Vunzige Verhalen

Vunzige Verhalen

Share this post

Vunzige Verhalen
Vunzige Verhalen
#28: Justin
Vunzige Verhalen

#28: Justin

Tijdens het jaarlijkse tech-event South by SouthWest in Austin, Texas ontmoet ik Justin. Hoewel ik hier voor werk ben, kan ik in de avonduren best wat anders gaan doen. We wisselen nummers uit.

Tom Jacobs's avatar
Tom Jacobs
Jan 10, 2025
∙ Paid

Share this post

Vunzige Verhalen
Vunzige Verhalen
#28: Justin
Share

De Uber begint langzamer te rijden en de chauffeur lijkt te zoeken naar een straatnaambordje. Ik kijk op mijn telefoon en zie dat dit inderdaad in de buurt van mijn bestemming moet zijn.

We zijn al bijna 20 minuten aan het rijden. Na het drukke centrum van Austin en de levendige South Lamar Boulevard was het langzaamaan steeds stiller geworden op de weg. We rijden door een wijk waar de huizen allemaal op een eigen stuk grond staan. De buurt lijkt haast verwikkeld in een wedstrijd van indrukwekkende entrees, met kitsche zuilen en veranda’s waar altijd licht brandt. Hier en daar een Amerikaanse of Texaanse vlag. Soms een schommelbank. Bij anderen een houten bankje met knusse kussentjes links en rechts. Een enkeling is ooit losgegaan met kerstverlichting en heeft die nooit meer binnengehaald. Of vindt het gewoon gezellig ogen, zo’n knipperende sterrenhemel onder de houten overkapping. Maar het is sowieso een uitzondering in deze keurige buurt van Instagrammable huizen.

De lichten van de Uber schijnen in het donker. Straatverlichting is hier niet vanzelfsprekend. In elk geval niet in elke straat. We rijden de laatste bocht om. Een rijtje fonkelnieuwe woningen met keurig uitgelichte schuttingen én straatlantaarns doemt op. Het is totaal iets anders dan de wijk waar we zojuist doorheen reden. Hoewel de huizen wel vrijstaand zijn, staan ze voor Texaanse begrippen heel dicht op elkaar. En de aaneengesloten schutting had ik ook nog niet eerder gezien. Een bijzonder en waarschijnlijk experimenteel nieuwbouwproject.

De Uber stopt halverwege de schuttingrij. Ik stap uit, geef 5 sterren en een tip en zie de rode achterlichten wegrijden in het donker. Ik sta voor mijn gevoel in ‘the middle of nowhere’. De drukke bewoonde wereld met restaurants en pharmacies ligt een heel eind verderop. Op straat is geen leven te bekennen en het valt me ineens op dat het Nederlandse binnengluren in huizen hier niet kan. Ik kan niet eens zien of er mensen thuis zijn. Als mijn date hier niet woont, gaat het wachten op een nieuwe Uber waarschijnlijk best even duren. Maar goed, laat ik uitgaan van het beste scenario: hier woont mijn date dus.

Die date was ik vanmiddag tegengekomen in ‘Canada House’. Dat was geen huis maar een bar. En die heette niet eens echt zo, maar tijdens het internationale film-, muziek- en interactive festival ‘South by SouthWest’ is de binnenstad van Austin een groot festivalterrein met tijdelijke ambassades van de creatieve industrie. Niet alleen komen professionals uit de hele wereld hierheen, ook inwoners van Austin gaan graag naar de feestjes en pop-up evenementen van het festival.

Canada presenteerde zich als muziekland in het Canada House en had die middag live muziek en een ‘open bar’, wat zoveel betekende als gratis drank én barbecue. Wachtend op mijn hamburger stond ik ineens naast een knappe verschijning in een blauwe tanktop en legergroene shorts. Kort oogcontact en anderhalve blik was genoeg om te weten dat we allebei wel meer wilden dan alleen een hamburger.

We bogen naar elkaar toe om elkaar te verstaan. Hij heette Justin en was hier met vrienden. Ja, hij woont hier. En ik? Nee, ik bezoek de stad voor SXSW. M’n lanyard met congrespas hadden al verraden dat ik hier voor werk was. Mijn collega’s staan een eind verderop. Waar ik vandaan kom? The Netherlands. Amsterdam? Voor het gemak zeg ik maar ja. Toen onze burgers klaar waren, wisselden we onze WhatsApp-nrs. Misschien tot zo. Of anders vanavond? Waarschijnlijk vanavond, want ik heb nog 2 sprekers op het programma staan, die ik niet wil missen.

Hij ging met z’n burger naar z’n vrienden en ik voegde me weer bij mijn collega’s. Toen ik wat later wegging, zag ik nog een glimp van hem. Hij knipoogde, hield zijn biertje omhoog en ik stuurde gelijk een bericht: tot vanavond!

Na wat berichten over en weer, nodigt Justin me uit om bij hem thuis te komen. Ik zeg iets te enthousiast ja, waardoor ik dus in de Uber belandde die me mijlenver uit het centrum reed.

Ik bel aan. De videodeurbel licht op en de poort in de schutting gaat open. Op de oprit staat een grijze Tesla. Ik zoek naar een voordeur, maar zie die niet. Aan de rechterkant van het huis gaat een deur open. Justin zwaait naar me. Hij heeft een grijze joggingbroek aan en een witte tanktop.

Als ik dichterbij kom zie ik dat een dun gouden kettinkje in z’n borsthaar houvast heeft gevonden. Justin ziet er heerlijk uit. Met z’n parelwitte tanden bijt hij op z’n onderlip. ‘Hi there, Dutchie’, en een zoen op m’n mond. Ik voel me meteen op m’n gemak.

Z’n keuken, waar we binnenlopen, is rommelig. Niet dat er gekookt lijkt te worden, maar verpakkingen van bezorgmaaltijden bedekken het kookeiland. Een mountainbike staat tegen de muur. Ernaast liggen dumbbells. Grote plastic voorraadbussen schreeuwen ‘MUSCLE GAINER’, ‘SUPER WHEY’ en ‘GMO FREE’. Het is in elk geval duidelijk dat z’n fraaie bouw niet uit de lucht is komen vallen.

Justin loopt naar de koelkast en vraagt wat ik wil. Een biertje zou ik wel lusten. Maar water is ook goed. Een biertje heeft ‘ie: Corona, is dat goed? Tuurlijk! Hij neemt er zelf ook een en we proosten op SXSW, zoals het festival overal wordt aangekondigd.

Hij blijkt fysiotherapeut te zijn, met een focus op sportfysio. Hij is een paar geleden naar Austin verhuisd, vanwege de betere baankansen. En vanwege de fijne vibe in de stad. Texas is een echte cowboystaat, met rodeo’s, conversatieve opinies, een bloedhekel aan Mexicanen en tegelijkertijd zijn ze trots op hun TexMex-keuken.

In die conservatieve staat is Austin een vrijzinnige en openminded stad. Niet voor niets is de slogan ‘Keep Austin Weird’. Justin was dan ook blij toen hij z’n narrowminded hometown kon verlaten en nu in een stad leeft waar mooiboys uit New York en Silicon Valley komen wonen omdat het leven hier nog betaalbaar is.

Zelf doet ‘ie niet echt onder voor de mooiboys waarover hij het heeft. Zijn lijf is flink getraind en in grijze joggingpants lijken zijn billen bolle ballonnen. Nee, geen sixpack, bezweert ‘ie me. Kijk zelf maar! Hij tilt zijn shirt omhoog en ik zie een heel dun laagje vet over zijn strakke buik. Inderdaad nét geen sixpack.

Hij grijpt mijn hand en laat hem over zijn buik glijden. Dit was precies de move die nodig was om het gebabbel te doorbreken. Mijn hand vindt vanaf hier zelf de weg wel, gaat er door m’n hoofd. Ik laat mijn hand richting zijn borstkas gaan en streel door zijn borsthaar. Mijn vingers bevrijden het kettinkje. Via zijn borst ga ik door naar zijn rug en ik trek hem naar me toe.

Met onze biertjes nog in onze handen drukken we onszelf tegen elkaar aan. Zijn ogen zijn inmiddels dicht en als mijn lippen bij de zijne komen, doe ik mijn ogen als vanzelf ook dicht. Onze tongen glijden over elkaar en Justin trekt me nog steviger tegen hem aan. Via zijn schouder zoekt mijn hand de weg naar zijn hoofd en ik pak zijn hoofd beet om hem nog intenser te zoenen. Dit is geen tongworstelen of happend zoenen, maar heel soepel glijdend. Heel nat. Met een ferme kus sluiten we deze warming up af. Als zijn ogen weer open gaan, blijven zijn pretogen in die van mij kijken. We nemen een slok van onze Corona’s. Een vlugge kus erachteraan.

Of ik ook rook? Nee, ik rook niet. En hoewel ik de geur van rook in iemands kleren of haar smerig vind, vind ik iemand die net geïnhaleerd heeft, wel weer lekker smaken. En als iemand rook in m’n mond blaast, raak ik zelfs opgewonden. Het zal de ex-roker in me wel zijn, die rokers nog steeds sexy vindt.

Met een druk op de knop verrijst een afzuigkap uit een luikje achter de kookplaat. Uit een laatje haal Justin een joint en een aansteker.

Oh, je bedoelt of ik wiet rook? Nou, niet zo vaak, maar als je er toch een opsteekt, dan neem ik wel een paar hijsjes hoor. Hoerig geil word ik daarvan.

Normaal gesproken hangt er tijdens een date een soort van erotische spanning in de lucht, maar Justin is nogal van de casual approach en praat honderduit terwijl hij de joint aansteekt.

Een paar minuten later heeft de wiet al z’n uitwerking op Justin. Hij praat veel minder en begint meer te strelen. Hoewel de joint niet zo sterk is als ik uit Nederland gewend ben, doet ‘ie wel z’n werk. Ik heb ook al meer dan 3 jaar niets meer gerookt.

Mijn gedachten blijven plakken op de plekken waar ik naar kijk. En dat zijn vooral plekken op Justins lijf. Zo ontdek ik dat zijn haar zandkleurig is. Nooit eerder zo duidelijk gezien wat het verschil is tussen blond en zand.

Zijn ogen, die iets roder zijn geworden, kijken dromerig. En zijn lippen lijken een natuurlijke lipgloss te hebben. Het fluffy borsthaar voelt heerlijk zacht als ik er met mijn vingers doorheen ga. Tussendoor neem ik af en toe een hijsje van de joint.

Justin voelt op zijn beurt mijn nek en als ik dicht tegen hem aan sta, hoor ik hoe hij me ruikt. Hij inhaleert mijn geur alsof ‘ie ‘m zou willen proeven. In plaats daarvan zet ‘ie z’n lippen nog een keer op het filtertje en inhaleert om de rook vervolgens in mijn mond uit te blazen.

Onze blikken plakken aan elkaar als magneetjes. Als hij begint te gniffelen, smoor ik een giechelbui met een geile zoen. Onze tongen smelten samen en lijken net zo onderzoekend als de tentakels van een octopus. Voorhoofden tegen elkaar en op adem komen. Een laatste hijs.

Zijn handen scannen mijn lijf. Mijn biceps, triceps, langs mijn onderarmen naar mijn vingers. En terug omhoog. Ik ril.

Mijn handen kunnen zich niet meer inhouden en voelen de ronding van zijn billen. Stevig. Gespierd. Ze knijpen er in. Eerst zachtjes. Maar dan stevig. Een grom borrelt uit Justin en kietelt in mijn oor.

Hij pakt mijn handen en loopt van het keukeneiland weg. Hoe lang hebben we hier gestaan? Hij leidt me mee door zijn huis.

Nu pas zie ik de gele neon aan zijn muur. En de grote hoge eettafel met barstoelen. Ik zie een zwartleren bank in de woonkamer staan. Een glazen salontafel. Dan word ik naar achteren gedraaid. Ik lijk door zijn huis te glijden alsof ik in de Crazy Mouse op de kermis zit. Justin loopt de houten trap op. Ik volg hem en ben benieuwd waar we heen gaan.

Keep reading with a 7-day free trial

Subscribe to Vunzige Verhalen to keep reading this post and get 7 days of free access to the full post archives.

Already a paid subscriber? Sign in
© 2025 Tom Jacobs
Privacy ∙ Terms ∙ Collection notice
Start writingGet the app
Substack is the home for great culture

Share